Schadelijke motten

De meest voorkomende schadelijke motten in de bomen van Nieuwegein zijn de kastanjemineermot en de spinselmot.

Kastanjemineermot

De kastanjemineermot is een vlinder van zo’n 5 mm groot die oorspronkelijk uit Azië komt. De rups van deze vlinder leeft alleen op de witte paardenkastanje. De rups eet bepaalde delen van de boom, waardoor de bladeren bruine vlekken krijgen en kunnen afsterven. De boom kan eind juni al zijn bladeren kwijtraken. Daardoor kan de boom geen reservevoedsel voor de winter opslaan, en heeft de boom het jaar erop weer veel minder blad. Een vicieuze cirkel dus. De boom is dan ook nog eens meer vatbaar voor andere ziekten en plagen.

Maatregelen

De rups heeft maar weinig natuurlijke vijanden, waardoor het lastig is hem te bestrijden. Mezen zoals de pimpelmees lusten de rupsen wel, maar eten er niet genoeg.

De vlinder overwintert vaak in afgevallen bladeren. Het blad verwijderen helpt dus bij de vernietiging van deze vlinder. De gemeente verwijdert alleen het blad dat op de straten, stoepen en fietspaden ligt.

Spinselmot

De rupsen van de spinselmot weven een spinsel om zich te beschermen tegen hun natuurlijke vijanden. Ze eten bladeren om de spinsels te kunnen maken. Soms zijn er zoveel rupsen dat een boom of struik helemaal geen bladeren meer heeft. De boom of struik is dan volledig ingepakt in het spinsel, meestal in mei en juni. We vinden dit er vaak smerig uitzien, maar voor de boom of struik kan het geen kwaad. Die krijgt in de loop van de zomer weer nieuwe bladeren.